Bereiding
- Dep de lamsbout droog met keukenpapier en maak over de hele bout inkepingen. Bestrooi de bout en de inkepingen royaal met zout en zet weg tot gebruik.
- Verwarm de oven voor. Op 100 C° voor langzaam gegaarde lamsbout die 6 tot wel 7 uur gaart. Op 200 C° voor een rosé lamsbout die je zo’n 1,5 uur gaat.
- Maak intussen de bumbu. Wrijf het korianderzaad met de nootmuskaat, de kruidnagels en de kardemomzaadjes fijn in een komvormige vijzel (of gebruik een specerijenmolentje). Meng met het kaneelpoeder. Voeg de vermalen specerijen samen met de gember, de laos, de geelwortel, de limoenblaadjes, de lombokpepers, de uien, de knoflook en het zout toe aan de keukenmachine. Voeg een eetlepel zonnebloemolie toe en maal fijn tot een pasta.
- Zet een ruime koekenpan op het vuur, verhit de resterende twee eetlepels zonnebloemolie. Roerbak de bumbu zeker 10 minuten op laag vuur tot hij lekker geurt. Voeg 200 ml kokosroom toe en roer tot de room is opgenomen. Neem de pan van het vuur en laat de bumbu enigszins afkoelen.
- Smeer de bout in met de bumbu, stop ook de inkepingen lekker vol. Neem een grote braadslee met een daarin passend rooster. Giet de resterende 300 ml kokosroom in de slee, voeg de overgebleven bumbu toe, samen met de blaadjes salam en de sereh. Giet er nog 150 ml water bij.