Wat heb je nodig voor 4 personen:

• 4 fazant filets
• 1 uitje, gesnipperd
• 1/2 worteltje, fijn gesneden
• 1/2 stengel bleekselderij, fijn gesneden
• 1 teen knoflook, geplet
• 4 klontjes roomboter
• 1 laurierblaadje
• 1 takje tijm
• 4 dl wildfond
• 1/4 bouillonblokje (paddestoel of kip)
• 300 gram zuurkool naturel
• 150 gram zuurkoolspek, in reepjes
• 2 dl witte wijn

Voorbereiden (30 minuten + 2 uur smoren)

1. Bak de fazantfilets aan in de boter, op halfhoog vuur, tot ze kleuren. Haal uit de pan en fruit in het vet de sjalotten, wortel, selderij en knoflook tot ook die kleuren. Doe de filets weer in de pan, laurier, tijm en de fond, sluit de pan en laat op je allerlaagste pit, liefst met een verdeelplaatje, een half uurtje trekken. Haal de filets eruit, bestrooi ze met zout en bewaar ze. Zeef het vocht en laat het zonder deksel rustig inkoken tot ongeveer een derde (een wijnglas vol). Voeg het stukje bouillonblok toe en draai het vuur uit.
2. Doe ondertussen ook de zuurkool in een vergiet en spoel stevig onder de koude kraan. Doe met het spek in een pan, voeg 1,5 dl witte wijn en wat zout toe toe en laat heel zachtjes 1 à 2 uur smoren.

Bereiden (15 minuten warmen + 10 afmaken)

1. Haal de fazantenfilets een kwartier tevoren uit de koelkast en zout ze. Warm de bouten heel zachtjes in de jus. Warm zonodig ook de zuurkool zachtjes op.
2. Verhit 1 eetlepel boter en de olie in een koekenpannetje en bak op halfhoog vuur de filets 2 minuten aan elke kant. Pak ze in aluminiumfolie. Schenk de resterende wijn in de koekenpan, zet het vuur hoog en roer goed. Schenk er de jus bij. Draai het vuur uit en klop de laatste eetlepel boter door de jus.
3. Schik wat uitgelekte zuurkool op de borden, leg er de filets tegenaan en lepel er wat jus omheen of over.

Enjoy!

Bestel hier je fazant.